Waarheidsvinding

Waarheidsvinding is een proces met als doel het achterhalen van de waarheid, zo simpel is het. Enige nuancering staat gepast wanneer we ons laten leiden door Spiral Dynamics, met acht verschillende bestaansgolven wordt waarheid vooral een subjectieve beleving met als optie onze meningen voortschrijdend te herzien, of op z’n minst te verbreden om een vollediger beeld op de werkelijkheid toe te laten. In deze bijdrage een overzicht van verschillende waarheidsconcepten, en waarheidsvinding misschien minder evident dan we oppervlakkig willen vermoeden.

Correspondentieconcept

De meeste algemene opvatting is dat een uitspraak over een ervaring waar is als die uitspraak correspondeert met een stand van zaken in de werkelijkheid. Iets is waar als het een echte situatie vertegenwoordigt. Dit concept wordt het ‘correspondentieconcept van waarheid’ genoemd. In filosofische zin handelt de correspondentietheorie van waarheid onder andere over theorieën die corresponderen met feiten of over uitspraken die corresponderen met standen van zaken. Voor correspondentie geldt: een theorie is alleen maar waar als ze zo min mogelijk subjectief is. Wetenschap en jurisprudentie bijvoorbeeld stoelen op dit concept van waarheid. Het concept impliceert het bestaan van objectiviteit.

Coherentieconcept

‘Subjectieve waarheid’ of het ‘coherentieconcept van waarheid’ wordt genoemd als tweede concept. Het gaat om twee elementen, als eerste opschorting van de vraag naar het bestaan van objectieve waarheid en als tweede consistentie of coherentie binnen een groter systeem van betekenis. Het opschorten betekent overigens niet dat in dit concept de objectieve waarheid wordt ontkend. Volgens het coherentieconcept bestaat de waarheid van een uitspraak dus uit haar samenhang met andere aanvaarde uitspraken: een uitspraak is waar als deze harmonieert of coherent is met andere uitspraken. De notie van standen van zaken is hier verdwenen. Hermeneutiek of fenomenologie schorten beide vragen aangaande externe realiteit op om via introspectie innerlijke ervaringen te onderzoeken en de structuren van deze innerlijke ervaringen te schetsen. Dit concept van waarheid wordt daarom ook omschreven als het hermeneutische of fenomenologische concept van waarheid.

Pragmatisch concept

Een derde concept is de ‘pragmatische waarheid’. Volgens dit concept is een ervaring ‘waar’ als deze ervaring het individu helpt om een probleem op te lossen of om een situatie meester te worden. Ervaringen of overtuigingen worden beschouwd als handelingen zoals alle andere handelingen, en ware ervaringen en overtuigingen zijn die ervaringen en overtuigingen die positieve consequenties hebben. Pragmatisten hebben kritiek op het correspondentieconcept van waarheid, omdat ze vinden dat dit weinig met het alle daagse leven te maken heeft. Zij willen een mensgerichte theorie en zeggen: iets is waar omdat het waarde voor iemand heeft. Dit concept is dus subject betrokken en probeert niet het subject uit te schakelen. Waarheid is hier valuatie: iets is waar als het samenhangt met onze belangen, iets is niet waar als het niet samenhangt met onze belangen.

Metaforisch concept

Een vierde concept is het ‘metaforische concept van waarheid’. Een trance-ervaring zoals de ervaring van een engel die zover de blik reikt zich vertoont of van onbeschrijfelijk mooie ‘werelden’ wordt niet gezien als een representatie van een innerlijke of uiterlijke realiteit, maar als een metafoor voor een complex en mysterieus verschijnsel. Twee elementen zijn belangrijk bij dit concept van waarheid: ten eerste wordt er gerefereerd aan een ondefinieerbaar of onuitsprekelijk iets, en ten tweede is er sprake van een specifieke ervaring die wijst naar deze mysterieuze realiteit. Mystici gebruiken meestal dit metaforisch concept van waarheid, daarbij benadrukkend dat hun beschrijvingen slechts analogieën zijn voor een ultieme realiteit die woorden of beelden overstijgt. Dit metaforisch concept van waarheid hanteert verschillende criteria om de waarheid van een uitspraak te beoordelen. Juiste metaforen geven een gevoel van herkenning. Het in de metafoor gebruikte symbool voegt op adequate wijze iets toe aan een tot dan toe mysterieuze, ondefinieerbare realiteit en onthult daardoor iets nieuws. Tegelijkertijd roept een juiste metafoor een gevoel van verwondering op.

Presentationeel concept

Als laatste is er het ‘presentationele concept van waarheid’: een ervaring wordt geaccepteerd zoals zij zich voordoet zonder enige referentie naar iets buiten die ervaring. De onmiddellijke ervaring wordt niet gezien als een symbool of als representatie van iets anders maar als iets compleets in zichzelf. Beschrijvingen van ervaringen van verlichting vanuit verschillende tradities bijvoorbeeld benadrukken het presentationele concept van waarheid. Tijdens verlichting ervaart of ziet het individu de dingen zoals ze zijn zonder meer, zonder analyse, zonder verklaring, zonder de ervaring in stukjes te knippen of te vervormen. 

Problemen

Generaliserend, problemen kunnen simultaan bestaan of niet-bestaan, dit lijkt paradoxaal maar toch eenvoudig te verklaren door het ontbreken aan kennis over wat reeds gekend is maar misschien niet tot het parate kennisgebied behoort. Simpeler, voor iemand die de alternatieven kent is er geen probleem maar net dat gaat dan misschien een probleem vormen, omwille van het onbegrip vanuit de omgeving. Hoe beschouwen we waarheid in het licht daarvan? Kortom, waarheidsvinding en open dialoog krijgen hierdoor misschien een verzwarend effect dat nu net progressie in voortschrijdend inzicht gaat belemmeren, in wisselwerking met de buitenwereld voor het navigerende zelf allerminst een makkelijke opdracht, dan wel een nobel streven.