Wet van oorzaak en gevolg

Iedere oorzaak heeft zijn gevolg en ieder gevolg heeft zijn oorzaak. Dat wat we waarnemen als de fysieke werkelijkheid zijn de zichtbare gevolgen van niet-zichtbare oorzaken. Met ons bewustzijn, onze intenties, gedachten en gevoelens in de niet-zichtbare wereld van oorzaak, creëren we de zichtbare wereld van gevolg. Ervaringsgericht nemen we de proef op de som door een actueel thema onder de loep te nemen, en anders voor te stellen in een poging om deze wet van oorzaak en gevolg te kunnen onderschrijven, of ook helemaal niet.

Thema

Volgens de economieboekjes is geld waardenvrij, het is niet meer dan een ruilmiddel en het wordt geacht geen effect te hebben op de transacties. Bernard Lietaer betwist die visie, geld is helemaal niet waardenvrij, stelt hij. Het monetaire systeem is, ook al is dat onbewust gebeurd, geprogrammeerd om een bepaald gedrag te veroorzaken. Het werkt concurrentie en kortetermijndenken in de hand, het dwingt tot economische groei en het onderwaardeert zorg, onderwijs en taken die cruciaal zijn om een samenleving in stand te houden. De economische theorie leert dat mensen concurreren om markten en grondstoffen, ík denk dat mensen in werkelijkheid concurreren om geld. Die concurrentie is een direct gevolg van de wijze waarop geld wordt gecreëerd.

Dynamiek

Banken brengen geld in omloop door middel van leningen. Zodra iemand bijvoorbeeld een hypotheek van 100 duizend euro afsluit, ontstaat er geld dat in de economie gaat circuleren. Maar dan komt het: de bank verwacht dat de ontvanger van de lening in de daaropvolgende twintig jaar in totaal 200 duizend euro terugbetaalt aan aflossing en rente. Maar die tweede 100 duizend euro creëert de bank niet. Dat geld, de rente, moet de ontvanger van de lening op de één of andere manier zien te bemachtigen en dat dwingt hem tot concurrentie met anderen.

Simpel

Simpel is het zo, er moeten mensen failliet gaan om anderen in staat te stellen hun leningen te kunnen aflossen. Tegelijkertijd heeft rente concentratie van rijkdom tot gevolg, zij die geld hebben, worden ‘automatisch’ rijker. Bovendien dwingt het systeem de maatschappij tot voortdurende economische groei, er móet steeds nieuw geld in omloop worden gebracht om leningen te kunnen aflossen. Volgens Lietaer is de conclusie dat hebzucht en competitiedrang geen inherente menselijke eigenschappen zijn, die eigenschappen worden voortdurend gestimuleerd door het soort geld dat we gebruiken. Er is meer dan genoeg voedsel en werk voor iedereen, er is alleen schaarste aan geld.

Simulatiemodel

Iedereen weet wel wat rente is, het is de vergoeding die we krijgen op onze bankrekening opdat de bank dit geld kan uitlenen en op haar beurt rente kan derven. Rente bestaat uit verschillende componenten die op elkaar inspelen, naargelang keuze van deze parameters zal een ander resultaat zichtbaar worden. In onderstaand simulatiemodel gaan we uit van een particuliere spaarder met 100,00€ op de rekening, we starten met vijf ‘lukrake’ simulaties waarin de variabelen doelbewust extreem worden voorgesteld.

Toelichting

Van links naar rechts, naast het ‘saldo’ treffen we de ‘kost voor leven’ wat onze koopkracht bepaalt, de ‘bruto rente’ (BR) is de optelsom van de ‘naakte rente’ (NR) en de ‘inflatievergoeding’ (IV). De inflatievergoeding kan positief (inflatie) of negatief (deflatie) zijn. De ‘roerende voorheffing’ (RV) wordt berekend op de naakte rente (NR), de roerende voorheffing is een belasting die de staat toekomt. In het derde blok treffen we het resultaat voor de verschillende partijen, negatief betekent ‘afgeven’ en positief ‘ontvangen’. Het oude saldo, verhoogd met de kolom ‘klant’, geeft ons het nieuwe saldo, de ‘kost voor leven’ is op dat moment aangepast in verhouding tot de inflatievergoeding. Het rendement (%) voor de spaarder zien we in de verhoging/verlaging van de koopkracht in de laatste kolom. In het laatste voorbeeld zien we hoe een negatieve rente van (25%) toch kan leiden tot een rendement van 100%, en ook de bank en de staat winnen erbij.

Elaboratie

De conclusie mag zijn dat verschillende denksporen inderdaad tot een andere uitkomst kunnen leiden, op dezelfde manier zijn er nog wel meer opties te bedenken. Tijdens dit denkproces kunnen echter onbewuste belemmeringen als spelbrekers fungeren waardoor een heldere kijk vertroebeld wordt, zelfs keuzeopties buiten het collectieve bewustzijn plaatsen. Hoe dan ook, het simulatiemodel toont alvast aan dat negatieve rente niet negatief hoeft te zijn, een WIN-WIN wordt immers gerealiseerd wanneer we negatieve rente koppelen aan deflatie. Anders gezegd, strikt theoretisch is er geen reden tot paniek, of dat wat Bernard Lietaer tracht te zeggen. Maar of we hiermee ook, de enige opzet van dit bericht, de wet van oorzaak en gevolg hebben kunnen aantonen? Tot slot, Einstein noemde samengestelde rente het achtste wereldwonder, wat eenvoud vermag.