Simpel is het moeilijkst

Bij open dialoog kunnen we ons veel voorstellen, van koetjes en kalfjes tot raketwetenschap met formules die we misschien nog nooit gezien hebben, alles is mogelijk. Om niet de illusie te wekken dat we alles zouden verzinnen in dit bericht een passage uit een artikel van de hand van journalist Jan Stevens, over de flinterdunne grens tussen genialiteit en waanzin. Simpel is het moeilijkst, onderschatting ongepast.

Geniale waanzin

Volgens Dick Swaab hebben hoogbegaafde mensen zoals fysicus François Englert alvast één bijzondere eigenschap die hen radicaal van anderen onderscheidt: hun vermogen om uiterst creatief te zijn. “Superintelligente mensen zijn in staat om vrij gemakkelijk gloednieuwe ideeën te vormen. Die krijgen ze doordat ze in hun hersenen onverwachte verbindingen kunnen maken tussen verse informatie en kennis die er al jaren opgeslagen ligt. In ons brein zit een filter die bepaalt welke binnenkomende informatie gearchiveerd zal worden. Die filter kan voor verrassende connecties tussen nieuwe en geklasseerde kennis zorgen, maar kan er ook verantwoordelijk voor zijn dat je op tilt slaat omdat je teveel informatie te verwerken krijgt.”

Swaab definieert creativiteit als het op een verrassende manier combineren van nieuwe met oude kennis in ons hoofd. “De filter in onze hersenen vermijdt dat heel dat fenomeen uit de hand loopt en focust zich daarom bij de meeste mensen op een beperkt deel van de overvloed aan inkomende en bestaande informatie. Als jij in je brein een filter hebt die minder strikt en dwingend is, beschik je over meer mogelijkheden dan je medemensen om onverwachte verbindingen te leggen. Alleen riskeer je dan ook dat het mis gaat, want de grens tussen genialiteit en waanzin is flinterdun. Hoe slimmer je bent, hoe hoger de kans op psychische problemen. Vraag dat maar aan John Forbes Nash Jr.”

Toen in het najaar van 1994 in de Amerikaanse kranten de eerste foto’s van de kersverse Nobelprijswinnaar economie John Forbes Nash Jr. afgedrukt stonden, verslikten heel wat docenten en studenten van de universiteit van Princeton zich in hun ochtendkoffie. Want de man leek als twee druppels water op die oude, eenzame zonderling die al jaren doelloos op de campus rondhing en er vaak urenlang op een bankje in de tuin voor zich uit zat te staren. De studenten van de wiskundefaculteit herkenden dan weer de bejaarde zielenpoot die op onbewaakte momenten ingewikkelde wiskundige formules op het bord in de aula stond te krabbelen. John Forbes Nash Jr. kreeg in ’94 de Nobelprijs economie nochtans terecht voor zijn dissertatie uit 1950 over de speltheorie, de mathematische benadering en analyse van hoe mensen beslissingen nemen.

Een jaar na zijn doctoraal, in 1951, kreeg de briljante wiskundige van amper 23 een topjob aan het vermaarde Massachusetts Institute of Technology aangeboden. In de jaren die daarop volgden toverde Nash de ene na de andere wiskundige vondst tevoorschijn en publiceerde hij het ene belangwekkende wetenschappelijke artikel na het andere. Tot hij in het voorjaar van 1958 begon te flippen en uiteindelijk compleet paranoïde in een psychiatrisch ziekenhuis opgenomen werd. De diagnose luidde: schizofrenie, waarna hij meer dan twintig jaar lang bijna ononderbroken in klinieken doorbracht.

Open dialoog

Met deze bijdrage trachten we mee te geven dat open dialoog misschien toch niet zo eenvoudig is dan we soms, vooral kijkend naar onszelf als ervaringswerkers, hoogmoedig willen pretenderen. Een overvloed aan redenen kunnen daartoe aangeleverd worden, net zoals we elkaar kunnen blijven overladen met studiewerken die daarover deze of gene mening ventileren. Tot slot een proef op de som, middels onderhavig beeld wordt een overvloed aan informatie gegeven waarvan het niet zeker is of het de ontvanger interesseren kan, of daartoe bereid is volgens de stappen zoals in het Elaboration Likelihood Model weerspiegeld. Hoe dan ook, succes met de open dialoog, simpel is het moeilijkst.